Wat vinden gemeenteambtenaren tot nu toe van de omgevingswet?

Vandaag verscheen er een interessant artikel over de ervaringen met de Omgevingswet op Gemeente.nu

https://www.gemeente.nu/ruimte-milieu/omgevingswet/gemeenteambtenaren-tot-nu-toe-teleurgesteld-in-omgevingswet

Mijn reactie is dat het jammer is dat veel gemeenteambtenaren teleurgesteld zijn in de Omgevingswet, gezien de sterke basis van de wet. De kern van de Omgevingswet is integraal samenwerken: het samenbrengen van verschillende beleidsdomeinen zoals milieu, infrastructuur, ruimtelijke ordening en economie. Dit zorgt ervoor dat projecten vanuit meerdere perspectieven worden bekeken en er meer samenhang ontstaat in het beleid.

In de praktijk echter, stuiten gemeenten op implementatieproblemen. De complexiteit van de systemen, de technische tekortkomingen, en de noodzaak van uitgebreide scholing maken het voor ambtenaren lastig om de voordelen van de wet te benutten. Dit leidt tot teleurstelling, omdat de beloofde vereenvoudiging van processen en het versnellen van besluitvorming nog niet overal zichtbaar is. Ik ben wel erg benieuwd wat de ambtenaren zelf hebben gedaan. Vele ambtenaren klagen, maar willen ook geen verandering die hun zelf raakt.

Toch moeten we erkennen dat de gedachte achter de Omgevingswet sterk is. Door meer integrale samenwerking kunnen gemeentes duurzamer en effectiever werken, waarbij verschillende sectoren beter op elkaar aansluiten. Gemeenten die nu al met deze integrale benadering werken, merken dat er betere afstemming is tussen beleidsterreinen, wat leidt tot meer betrokkenheid van stakeholders en een grotere maatschappelijke impact.

Het blijft belangrijk om, ondanks de uitdagingen, de lange termijnvisie van de Omgevingswet te omarmen. Met goede ondersteuning en verdere ontwikkeling kan de wet daadwerkelijk zorgen voor de gewenste verbeteringen in de ruimtelijke ordening en gebiedsontwikkeling.

Debat Eerste Kamer over de inwerkingtreding van de Omgevingswet

Debat Eerste Kamer over de inwerkingtreding van de Omgevingswet

De Eerste Kamer debatteerde dinsdag 7 maart 2023 over (de datum van) inwerkingtreding van de Omgevingswet. Minister de Jonge, verantwoordelijk voor de Omgevingswet denkt dat er aan de voorwaarden is voldaan om op 1 januari 2024 te starten met de Omgevingswet. Dit had hij via eee brief laten weten aan de Eerste Kamer, maar de Eerste Kamer wil hierover in debat met de minister omdat zij nog niet helemaal overtuigd zijn. Het zogeheten Digitale Stelsel Omgevingswet (DSO) dat de uitvoering van de Omgevingswet ondersteunt is nog steeds een knelpunt volgens de Eerste Kamer. De inwerkingtreding van de Omgevingswet is vanwege de problemen met het DSO inmiddels al vijf keer uitgesteld.

Op 14 maart zal er gestemd worden over een 6 tal moties waar hier toelichting van staat. https://www.eerstekamer.nl/nieuws/20230307/inwerkingtreding_omgevingswet

Minister de Jonge in gesprek met Eerste Kamer over Omgevingswet
Minister de Jonge in gesprek met Eerste Kamer over de Omgevingswet.

Wilt u graag is verder praten over wat de Omgevingswet nu voor u betekend? Kijk dan hier.

Voorstel om 1 januari 2024 Omgevingswet in werking te laten treden

​Minister De Jonge heeft de Eerste en Tweede Kamer voorgesteld om 1 januari 2024 te kiezen voor de in werking treding van de Omgevingswet. Dat staat in het Ontwerp-Koninklijk Besluit (KB) daarover. Als de kamers daarvoor groen licht geven, hebben gemeenten voldoende voorbereidingstijd voor de nieuwe wet.

Marco Boogaard, adviseur Omgevingswet: “Ik denk dat het verstandig is en terecht dat de minister gekozen heeft voor 1 januari 2024. Ik zie bij veel organisaties dat het Digitaal Stelsel Omgevingswet echt nog niet goed werkt. Zowel technisch inhoudelijk als in samenwerking met de juristen. Pas als het technisch goed werkt en alle betrokken kunnen er mee werken, kan de wet ook in werking treden. ”

Belangrijk is dat je als organisatie echt wel concreet blijft werken aan de Omgevingswet, want de verwachting is wel dat uiteindelijk de wet in werking gaat treden.

naar https://www.binnenlandsbestuur.nl/ruimte-en-milieu/witte-rook-omgevingswet-gaat-op-1-januari-2024

Meer over de Omgevingswet op https://gis-specialist.nl/omgevingswet/

Invoering van de Omgevingswet uitgesteld

Twee weken geleden kwam al in het nieuws dat uitstel van de Omgevinsgwet dreigde. En inderdaad heeft minister Hugo de Jonge een voorstel gedaan om de ingangsdatum van de omgevingswet te verplaatsen. Het voorstel is om de ingangsdatum te verplaatsen naar 1 juli 2023.

Het grootste probleem blij het zogenaamde DSO. De verschillende organisaties kunnen het maar niet goed werkend krijgen.

Zelfs in de Avondshow met Arjen Lubach kwam het terug.

Opnieuw uitstel van Omgevingswet dreigt: ‘Nog forse beperkingen ICT-systeem’

De Omgevingswet dreigt voor de zoveelste keer uitgesteld te worden. Het ICT-adviescollege van de Eerste en Tweede Kamer zegt dat ICT-systeem achter de wet nog “forse beperkingen” kent. Dat brengt risico’s met zich mee.

Het plan van het kabinet is nog altijd om de Omgevingswet op 1 januari in te laten gaan. Volgens het ICT-college kan dit wel, maar dan moet de overheid wel alles op alles zetten om de systemen op orde te krijgen.

Daarvoor is nog maar weinig tijd, waarschuwt het college. Een andere optie is daarom opnieuw uitstel. Van bijvoorbeeld een half jaar. Dat geeft volgens de adviseurs ruimte voor een “fundamentele heroriëntatie”, oftewel: tijd om de boel nog eens goed door te lichten.

De Omgevingswet is in 2015 en 2016 al goedgekeurd door de Tweede en Eerste Kamer. Met de nieuwe wet wil de overheid de regels voor ruimtelijke ontwikkeling samenvoegen en vereenvoudigen. Daardoor zou het straks bijvoorbeeld makkelijker moeten worden om een bouwproject te starten.

De invoering loopt tot nu toe steeds vertraging op. Dat komt doordat het ICT-systeem achter de wet maar niet naar behoren werkt. Dat zou met name komen doordat de techniek achter het systeem veel te complex is.

In de komende weken debatteert de Eerste Kamer over de Omgevingswet. Minister Hugo de Jonge (Ruimtelijke Ordening) besluit op 1 november over de invoeringsdatum van de wet.

Bron: https://www.nu.nl/politiek/6229143/opnieuw-uitstel-van-omgevingswet-dreigt-nog-forse-beperkingen-ict-systeem.html

De Eerste Kamer akkoord met ingangsdatum Omgevingswet op 1 januari 2023

13-07-2022 De Eerste Kamer is akkoord met de ingangsdatum van de Omgevingswet op 1 januari 2023. Met een nog ingebouwde noodrem. Als de digitalisering in oktober nog steeds hapert, kan alsnog uitstel volgen.

De Eerste Kamer stemde dinsdag met een kleine meerderheid voor de motie van CDA-senator Theo Rietkerk. Dat betekent voor nu dat de Omgevingswet al over een half jaar ingaat.

Het laatste voorbehoud is een geactualiseerd onderzoek op verzoek van de senaat door het Adviescollege ICT-toetsing naar het Digitaal Stelsel Omgevingswet, het DSO. Dat wordt in oktober verwacht. In een eerder rapport in februari was het adviescollege kritisch over de inspanningen van het Rijk en medeoverheden om de technische mankementen van het DSO op te lossen. Als uit het nieuwe onderzoek blijkt dat de ICT-problemen nog altijd niet zijn opgelost, kan de senaat alsnog aan de noodrem trekken.

De Eerste Kamer wil dat minister De Jonge (volkshuisvesting en ruimtelijke ordening), eveneens uiterlijk in oktober, ook een overzicht van alle relevante voortgangsinformatie aanlevert, aangevuld met een eigen toets van de stabiliteit van het DSO.

DSO-software in testfase

Sinds eind april is niet meer aan de DSO-software gesleuteld en is de fase van ‘indringend ketentesten’ gestart. De senaat eist een betrouwbaar inzicht in de resultaten hiervan, en ook in de tijdelijke alternatieve maatregelen die de minister in petto heeft voor gemeenten die straks bij de inwerkingtreding nog niet naar de nieuwe DSO-software over hebben kunnen stappen.

Een groot deel van deze technische maatregelen moet nog worden opgeleverd. Gemeenten zouden dan voorlopig hun oude ICT-systemen kunnen blijven gebruiken.

Ja, mits-optie is binnen

Minister De Jonge – zelf bij de stemming aanwezig – heeft daarmee de door hemzelf begeerde ‘Ja, mits’-optie op zak. Gemeenten en medeoverheden hebben nu de duidelijkheid gekregen, waar De Jonge op aandrong. De inwerkingtreding op 1 januari staat nog steeds overeind.

Langer talmen is funest voor de besluitvorming over ontwikkelingsprojecten en de investeringsbeslissingen die hiermee zijn gemoeid, wierp De Jonge de Eerste Kamer eerder voor.

Slechts helft gemeenten heeft omgevingsplan

Spannend wordt het wel. Er is nog veel voorbereidingstijd nodig. Meer dan de helft van de gemeenten heeft nog niet met de DSO-software kunnen oefenen. Volgens de Aansluitmonitor zijn op dit moment 173 gemeenten in staat een omgevingsplan te publiceren, net iets minder dan de helft.

De koepels van gemeenten, provincies en waterschappen gaven eerder aan dat het DSO nog niet volledig werkt en dat daar nog veel voor moet gebeuren. Samen met het Rijk willen ze de vinger aan de pols houden. Ook de koepels willen echter nadrukkelijk vasthouden aan de inwerkingtreding van de wet begin 2023.

Nog één laatste weegmoment

Vanwege de haperende ICT wil de Eerste Kamer een laatste weegmoment inbouwen. De uitvoeringsproblemen in het brede veld van gemeenten, softwareleveranciers en projectontwikkelaars geven volop reden tot zorg. Intussen worden juist de professionals die in de praktijk met de wet moeten werken onvoldoende gehoord.

Eind juli verschijnt het eindrapport van Deloitte naar het DSO. In de medio juni verschenen tussenrapportage staan geen conclusies over de stabiliteit en de werking van het digitaal stelsel.

In september komt de minister ook nog met de resultaten van een enquête naar de ervaringen van overheden met hun implementatieopgaven.

Kritiek op motie

Een kritiekpunt van de senatoren van onder meer SP en PvdA/Groenlinks die tegen de motie van De Jonge’s partijgenoot Rietkerk stemden, is dat deze juist voor onduidelijkheid zorgt. Overheden moeten immers met twee scenario’s blijven werken: invoering per 1 januari, of toch nog uitstel maar dan op het laatste moment.

Ook Neprom, de brancheorganisatie van projectontwikkelaars, hekelt de ja-mits-oplossing, waardoor er pas in oktober duidelijkheid komt. Een termijn van twee of drie maanden zal bij marktpartijen en ook gemeenten tot onzekerheid leiden, want dat is te krap om de vergunningaanvragen en de ruimtelijke basis voor projecten goed en tijdig voor te kunnen bereiden. Hierdoor zullen woningbouwplannen worden vertraagd en uitgesteld.

Coalitiepartner D66 vindt de CDA-motie verwarrend en overbodig aangezien minister De Jonge zelf al verklaard heeft dat er aan de uitvoeringskant de zekerheid moet zijn dat er met het DSO geen ongelukken meer kunnen gebeuren, alvorens op 1 januari groen licht te kunnen geven.

Wantrouwen senatoren niet weg

Een deel van de Eerste Kamer is nog altijd wantrouwend of de minister wel een waarheidsgetrouw beeld geeft van het functioneren van het DSO. De argwaan kwam naar voren tijdens het debat met de minister over de inwerkingtreding twee weken terug. In de beslisnota bij de Kamerbrief waarin De Jonge zijn tijdlijn vóór de inwerkingtreding per 1 januari onderbouwt, is een stuk tekst weggelakt. Tot grote irritatie van een aantal senatoren, want het vorig jaar geïntroduceerde instrument van de beslisnota is juist bedoeld om de besluitvorming van ministers te kunnen volgen. De Jonge weigerde deze passages vrij te geven. Vanwege het vertrouwelijke karakter wil hij niet delen bij welke Kamerleden advies is ingewonnen. De motie van SP, GroenLinks en PvdA voor een ongelakte versie werd vorige week echter breed aanvaard.

De Eerste Kamer heeft het kabinet al vaker verweten dat het in de behandeling van de Omgevingswet te vaak onvolledige en onduidelijke informatie over met name het functioneren van het DSO heeft gegeven. De geheimzinnigheid rond de beslisnota is symptomatisch voor hoe minister De Jonge met het parlement omgaat, stelt de senaat. De hamvraag is dan ook of de Eerste Kamer straks in oktober over voldoende voortgangsinformatie zal beschikken voor een verantwoorde definitieve besluitvorming.

Minister De Jonge probeert intussen ook de ophef over de vermeende intimidaties vanuit het ministerie van BZK en de DSO-organisatie weg te nemen. Vorige week schreef hij in zijn antwoord op vragen vanuit de Tweede Kamer dat hem niet bekend is dat ambtenaren die het parlement moeten informeren over de voortgang van de Omgevingswet ‘vooraf gevraagd wordt of ze goed kunnen liegen’.

We blijven de ontwikkelingen volgen.

De Eerste Kamer heeft nog vraagtekens bij digitalisering Omgevingswet

De Eerste Kamer stelde dinsdag in meerderheid dat de Omgevingswet niet klaar is voor de praktijk. Groot vraagteken blijft of de digitalisering werkt. Dit tot frustratie van verantwoordelijk minister De Jonge.

De minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening kon de zorgen bij de Eerste Kamer over de Omgevingswet tijdens het overleg op dinsdag 21 juni niet wegnemen.

De senaat zal vermoedelijk pas in oktober of november een besluit over de inwerkingtreding van de Omgevingswet nemen. De ingangsdatum van 1 januari 2023 is daarmee echter nog niet van de baan.

De Eerste Kamer had nog veel vragen aan De Jonge. Senatoren horen uit de praktijk dat veel gemeenten nog niet eens in staat zijn om een vergunningsplan te maken in de nieuwe systemen. De vrees is dat zij in een spreekwoordelijk moeras terechtkomen, als de wet nu groen licht krijgt.

De intimidaties vanuit het ministerie van BZK en de DSO-organisatie om critici de mond te snoeren, vindt de Eerste Kamer bovendien onacceptabel. De minister wil werk maken van dit ‘onheus gedrag’ van zijn ambtenaren, en zegt toe alle signalen die op intimidaties wijzen, te zullen onderzoeken.

DSO

Het belangrijkste voor de Eerste Kamer is echter de stabiliteit van het Digitaal Stelsel Omgevingswet, het DSO. Er zijn veel problemen met het publiceren van omgevingsplannen.

Op 17 juni verscheen er een tussenrapportage van Deloitte-adviseurs naar het DSO, in opdracht van De Jonge. Maar dit beperkte onderzoek velt geen oordeel over de stabiliteit en de werking van het DSO.

De senatoren willen wachten op een nieuw advies van het Adviescollege ICT-toetsing. Dat wordt in oktober verwacht. Het adviescollege zelf blijft erbij dat nieuw onderzoek op dit moment niet zinvol is.

In februari concludeerde het Adviescollege dat het Rijk en medeoverheden strakker moeten sturen om de technische mankementen van het DSO op te lossen. Aan de genoemde eis van een ‘integrale kritieke tijdpadplanning’ met duidelijke mijlpalen en beslismomenten is nog niet voldaan, constateert het Deloitte-rapport.

De Jonge wijst erop dat het slechts om een tussenrapportage gaat, eind juli verschijnt het definitieve rapport van Deloitte. De minister stelt dat hij kritiek heeft ondervangen met de Hoofdroute 2022.

‘Op tijd’ gereed

Volgens De Jonge is de landelijke voorziening van het DSO op tijd gereed. Sinds eind april is er niet meer aan de DSO-software gesleuteld en is de fase van ‘indringend ketentesten’ gestart. Ook na de inwerkingtreding van de wet zullen slechts beperkt wijzigingen in de software plaatsvinden, om overheden en leveranciers tijd voor het verhelpen van kinderziektes te geven, aldus de minister. Wel zegde hij een nieuwe voortgangsrapportage toe.

Bovendien veronderstelt De Jonge dat gemeenten die hun software straks niet op het vereiste niveau hebben, niet in de problemen zullen komen. De minister belooft maatregelen zodat zij langer met hun huidige systemen kunnen blijven werken.

De ‘planketen’ uit het DSO halen vindt De Jonge geen verstandige optie, omdat de nieuwe plandocumenten een kernonderdeel van de wet zijn. Ook zou dat tegen de wensen van gemeenten ingaan.

Oefenen is aan gemeenten

Volgens de Aansluitmonitor van de DSO-organisatie zijn pas 158 gemeenten in staat een omgevingsplan te publiceren. Meer dan de helft heeft dus nog niet met het systeem leren werken. Of gemeenten echt de tijd nemen om te oefenen is aan henzelf, benadrukt De Jonge.

De Eerste Kamer is ondertussen verdeeld over inwerkingtreding per 1 januari 2023. Zo vonden eerder 35 senatoren dat het plenaire debat over die deadline niet kon doorgaan, 33 waren van mening dat dit gewoon kon.

Toch zit er nog geen meerderheid voor de minister in, want enkele van de 75 senatoren van coalitiepartijen CDA, ChristenUnie en D66 zitten in het kamp van de critici. De VVD ziet geen belemmeringen voor de invoeringsdatum.

Snakken naar duidelijkheid

Volgens De Jonge snakken gemeenten en andere overheden naar duidelijkheid. Dit zou blijken uit enquêtes die het ministerie houdt. Langer talmen is funest voor de besluitvorming over ontwikkelingsprojecten en de investeringsbeslissingen die hiermee gemoeid zijn, wierp hij de Eerste Kamer opnieuw voor.

De Jonge streefde eerder naar een stemming voor het zomerreces, maar noemt nu oktober als uiterste moment voor de Eerste Kamer. Anders wordt het echt te laat, stelt hij. De senaat krijgt zo snel mogelijk een brief van de minister waarin hij dit zal onderbouwen.

De koepels van gemeenten, provincies en waterschappen drongen er vorige week op aan vast te houden aan 1 januari 2023 en de besluitvorming vóór de vakantie af te ronden. Langer wachten zou de implementatie onder druk zetten.

Tijdens een deskundigenbijeenkomst in de Eerste Kamer eind december bleek overigens dat gemeenten er verschillend in staan. Grotere gemeenten zijn ongeduldig en verlangen een snelle invoering van de wet, want het budget droogt op om nog langer een projectorganisatie in de benen te houden. Kleinere gemeenten blijven kritisch.

Mocht u willen sparren over de implementatie van de Omgevingswet, het DSO, of andere onderdelen? Neem dan contact op via https://adviseuromgevingswet.nl/

Gesprek over Koninklijk Besluit-inwerkingtreding Omgevingswet

Op 7 juni is de commissievergadering geweest rondom de procedure debat over het Koninklijk Besluit-inwerkingtreding Omgevingswet en de daaropvolgende besluitvorming.

Met een krappe meerderheid (35 versus 33 stemmen) is besloten om op 21 juni geen debat over het ontwerp-KB te houden. In plaats daarvan is ervoor gekozen om op die datum een mondeling overleg in te plannen. Tijdens dit overleg vindt er geen besluitvorming plaats over het KB. Op 14 juni praten de commissies verder hoe ze dit mondeling gesprek vorm willen geven in opzet en duur. De besluitvorming rondom KB volgt dan waarschijnlijk later. 

Nieuwe directeur Ruimte en Leefomgeving bij het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Per 15 april 2022 komt er een nieuwe directeur Ruimte en Leefomgeving bij het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties. Dit wordt Irene Jansen.

Het Rijk wil steeds meer regie op de inrichting van de fysieke leefomgeving. Er liggen grote opgave en transities voor die een grote claim leggen op de schaarse ruimte. De directeurs Ruimte en Leefomgeving geeft sturing aan deze opgave middels de Geo-informatie/basisregistraties en de doorontwikkeling van de Omgevingswet.

Irene Jansen heeft ervaring in Haagse samenwerking en kan goed schakelen tussen inhoud en politiek.

Ze heeft Internationale Betrekkingen aan de Rijksuniversiteit Groningen en International Economics & Business aan de Erasmus Universiteit Rotterdam gestudeerd. Afgelopen 5 jaar heeft ze gewerkt als raadadviseur Financiën, SZW en OCW bij het ministerie van Algemene Zaken en secretaris kabinetsformatie bij de Tweede Kamer.

Ik wens haar veel succes en ben benieuwd wanneer we in het werkveld resultaten zien.

Verwachte invoering Omgevingswet is op 1 januari 2023

Verwachte invoering Omgevingswet is op 1 januari 2023

De datum voor inwerkingtreding van de Omgevingswet is vastgesteld op 1 januari 2023. Minister De Jonge voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, IPO, UvW en de VNG hebben in gezamenlijkheid voor deze datum gekozen. 

Het ontwerp-Koninklijk Besluit (KB) met de nieuwe inwerkingtredingsdatum van de Omgevingswet is inmiddels door de minister aangeboden aan de Eerste en Tweede Kamer. Als het parlement akkoord gaat, wordt het KB aangeboden aan de Koning. Na ondertekening zal de Omgevingswet definitief op 1 januari 2023 ingaan.

Met de keuze voor 1 januari 2023 en het voorhangen van het KB ontstaat de duidelijkheid over het moment van inwerkingtreding die nodig is voor de uitvoeringspraktijk. Zodat op basis van een stabiel en functionerend stelsel, goed kan worden geoefend en de nieuwe manier van werken kan worden ingeregeld.

Verantwoorde invoering

Minister De Jonge, de VNG, het IPO en de Unie van Waterschappen spraken vandaag, 24 februari 2022, over de stand van zaken van de Omgevingswet. Alle betrokken partijen staan achter de doelstellingen en samenhangende aanpak van de wet en zetten zich in voor een verantwoorde invoering van de Omgevingswet. Tijdens het Bestuurlijk Overleg op 27 januari jl. kwam naar voren dat er meer tijd nodig is om verder te werken aan de stabiliteit van de landelijke voorziening van het Digitaal Stelsel Omgevingswet, het DSO. Op basis van een stabiel stelsel kunnen de bevoegd gezagen en ketenpartners de werkprocessen inregelen en hiermee oefenen. Dit gebeurt aan de hand van een aangescherpte planning.

Daarbij vinden alle partijen het van groot belang dat de dienstverlening aan burgers en bedrijven niet in het geding komt en dat gebiedsontwikkeling doorgang kan vinden.

Inwerkingtreding is belangrijk moment

De inwerkingtreding van de Omgevingswet is een belangrijk moment. Vanaf dan wordt de wet in de praktijk toegepast. Ook na 1 januari 2023 is er nog veel werk aan de winkel en kunnen onvolkomenheden niet worden uitgesloten. Het nieuwe stelsel voor het omgevingsrecht en het DSO worden ook na inwerkingtreding verder ontwikkeld en gemonitord om de doelen van de wet te halen en de beoogde veranderingen door te voeren.

In de afgelopen weken zijn er constructieve gesprekken gevoerd met de softwareleveranciers, de stedenbouwkundige bureaus en de bevoegd gezagen. We hebben nu scherper in beeld hoe we het DSO-LV en de keten robuuster kunnen maken en hoe de planningen er uitzien voor de plansoftware die noodzakelijk zijn om goed te kunnen oefenen met de keten.

Serviceketen

Samen met de bestuurlijke partners heeft de VNG afspraken gemaakt over het versterken van de serviceketen en het inrichten van het calamiteitenmanagement. Hiermee zorgen we voor een verhoogde dijkbewaking zodat we voor, tijdens en na de inwerkingtreding paraat staan om bevoegde gezagen en andere ketenpartners zo goed mogelijk te ondersteunen bij zaken die zich voor kunnen doen.

Financiële compensatie

De VNG is verheugd dat de €150 miljoen die in het regeerakkoord wordt genoemd, inmiddels ook daadwerkelijk is gereserveerd om gemeenten te compenseren voor de kosten van de invoering van de Omgevingswet. Dit bedrag, uit te keren via de meicirculaire, geeft gemeenten meer financiële ruimte om de implementatie en de transitie na inwerkingtreding voortvarend ter hand te nemen. De VNG blijft met de minister in gesprek over de invoeringskosten van de Omgevingswet en de terugverdientijd.

De komende periode

Het werk is met het bepalen van de datum van 1 januari 2023 zeker niet afgerond. De invoering van de Omgevingswet met zoveel partijen en afhankelijkheden, is een complexe opgave. De VNG heeft het vertrouwen dat we samen met de bestuurlijke partners en met respect voor ieders rollen en verantwoordelijkheden, de stappen blijven zetten die nodig zijn om de doelstellingen van de Omgevingswet te realiseren. Wij kunnen hierbij helpen met een Adviseur Omgevingswet. Neem contact op.

Belang van de Omgevingswet

De Omgevingswet bundelt en moderniseert de wetten voor de leefomgeving en zorgt voor één digitaal omgevingsloket dat het voor burgers en bedrijven makkelijker maakt vergunningen aan te vragen. Daarnaast biedt de Omgevingswet sneller inzicht in welke regelgeving wanneer van toepassing is.

bron: https://vng.nl/nieuws/op-1-januari-2023-treedt-de-omgevingswet-in-werking